Het stappenplan helpt u als professional bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling.
Stappenplan voor het doen van een melding
Anders dan in Europees Nederland geldt op de Bes geen wettelijk meldrecht. Dit betekent dat voor beroepskrachten die signalen en vermoedens willen melden de ‘gewone’ regels voor het delen van informatie gelden. Heeft een beroepskracht toestemming nodig (op de BES-eilanden alle beroepskrachten behalve politie, voogdijraad en leerplicht) voor het delen van informatie, dan geldt dit ook voor het doen van een melding. Is toestemming krijgen niet mogelijk, dan kan de beroepskracht, op grond van conflict van plichten een melding doen. Dit dient zorgvuldig te gebeuren waarbij openheid ten opzichte van de cliënt een belangrijke grondhouding is. Een zorgvuldige melding bestaat uit vijf stappen.
Van belang bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling is dat de beroepskracht zich bij het in kaart brengen en vastleggen van signalen concentreert op de feiten: wat hij ziet, hoort of anderszins waarneemt.
NB: De beroepskracht legt ook de feiten vast die het vermoeden van geweld weerspreken.
Voor een juiste interpretatie van de signalen, voor risicotaxatie en voor de voorbereiding op het gesprek met de cliënt raadpleegt de beroepskracht een collega of een meldpuntfunctionaris van het meldpunt Guiami. De beroepskracht vraagt advies op basis van anonieme cliëntgegevens, tenzij hij advies vraagt aan een collega die bij dezelfde behandeling of dezelfde hulp aan de cliënt betrokken is, of als hij toestemming gekregen heeft van de cliënt voor het overleg.
Een gesprek met de cliënt is een wezenlijk onderdeel van het zorgvuldig doen van een melding. Deze openheid is een juridische verplichting maar vooral een belangrijke grondhouding van beroepskrachten in hun contacten met cliënten omdat zij alleen zo op de lange termijn het vertrouwen van cliënten kunnen behouden.
In dit gesprek met de client:
- Beschrijft de beroepskracht de signalen en zijn zorgen
- Nodigt hij de client uit hierop te reageren
- Legt hij uit waarom hij het doen van een melding noodzakelijk acht en wat dit inhoudt.
NB: Van het gesprek met de cliënt kan alleen worden afgezien als de beroepskracht concrete aanwijzingen heeft dat door het contact met de cliënt een onveilige situatie kan ontstaan voor de cliënt, voor gezinsleden of voor hem zelf. Bij stap 2 kan hierover advies worden opgevraagd.
Stap 4: Als het toestemmingsvereiste geldt: toestemming vragen en bij geen toestemming dan afweging.
Voor de meeste zorg- en hulpverleners geldt het toestemmingsvereiste. (behalve politie, voogdijraad en leerplicht). Deze zorg- en hulpverleners zetten stap 4 van het stappenplan. Omdat melden een vorm van informatie delen is, hebben deze beroepskrachten in principe toestemming nodig voor de melding. Daarom behoren ze zich in te spannen om in het gesprek dat ze met de client hebben, toestemming voor de melding te krijgen.
Uiteindelijk moet de beroepskracht tot een besluitvorming komen of het noodzakelijk is voor het stoppen van het huiselijk geweld of kindermishandeling om een melding te doen.
Inhoud melding:
- De feiten die aanleiding geven tot de melding.
- De reactie van de client op deze feiten.
- Of de client al; dan niet toestemming heeft gegeven voor de melding.
- Als er geen contact is geweest met de client waarom dit niet mogelijk was.
- Wat de melder verwacht met de melding te bereiken.
NB: De beroepskracht stelt de client op de hoogte van de melding, als hij daarover nog niet eerder is geïnformeerd. Ook hier geldt dat het informeren van de client alleen achterweg kan blijven als er concrete aanwijzingen zijn dat dit kan leiden tot concrete veiligheidsrisico’s voor de client, zijn gezinsleden of de beroepskracht. Bijvoorbeeld als er signalen zijn dat de cliënt nog gewelddadiger zal worden t.o.v. zijn slachtoffer als hij hoort dat het slachtoffer met hulpverleners heeft gepraat of als de beroepskracht op basis van eerdere ervaringen met de cliënt vreest dat de cliënt geweld tegen hem zal gaan gebruiken.
NB: Is er vanwege veiligheid geen gesprek met de client mogelijk of krijgt de beroepskracht geen toestemming, dan maakt hij een afweging of hij niet toch, ook al ontbreekt toestemming, een melding moet doen om zo zijn client of zijn gezinsleden te beschermen en hen toe te leiden naar passende hulp.
Het Afwegingskader in het stappenplan melden
Een afwegingskader ondersteunt een beroepskracht met vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling in stap 5 van de het stappenplan huiselijk geweld en kindermishandeling. Het gaat dan om het beslissen of een melding noodzakelijk is en vervolgens of het zelf bieden of organiseren van hulp (ook) mogelijk is.